Reportage Schrijfresidentie 2023

‘Het is niet per se “leuk” als je dromen uitkomen’

Raoul de Jong in gesprek met de residenten

Datum 24 juli 2023

De schrijfresidentie van deBuren blaast twaalf kaarsjes uit! Deze zomer trekken we weer met achttien aanstormende literaire makers uit Vlaanderen en Nederland naar de lichtstad, waar zij nieuwe teksten schrijven, hun positie onderzoeken en kennismaken met ervaren vakgenoten. Een indruk van de eerste avond.

Als je een vlindernetje in de lucht houdt en het lot is je gunstig gezind, dan vang je misschien een Raoul de Jong in volle vlucht. De schrijver-danser-programmamaker vloog de afgelopen maanden door Nederland, Suriname, Frankrijk om te praten over Jaguarman en Boekenweekessay Boto Banja, rondde eergisteren een filmscript over Anton de Kom af, en vertrekt overmorgen naar de VS, waar hij zal deelnemen aan een internationaal writers in residency-programma. Hij werd Koning van het Boekenbal (een ‘woooh!’ weerklinkt) en kreeg prijzen en waardering van de mensen naar wie hij zelf opkijkt. ‘Heel veel van waar ik al heel mijn leven van droomde, is uitgekomen in het afgelopen jaar’, zegt hij luchtig.

Achttien paar ogen monsteren het zondagskind. Dan volgt de waarschuwing: ‘Het is niet per se leuk als je dromen uitkomen. Of ja, leuk op een andere manier dan je denkt.’ Maar laten we die waarschuwing even parkeren tot aan het eind. Hoe laat je al je dromen in vervulling gaan? Een handleiding volgens de filosofie van Raoul de Jong. 

Stap 1: doe de kriebels in je buik niet af als onzin (zelfs als iedereen dat wel zo ziet)

Eigenlijk is het niet zo gek. Om je dromen te doen uitkomen moet ze je serieus nemen. Al z’n hele schrijfleven, dat nu bijna twintig jaar telt, laat De Jong zich begeleiden door dromen en toeval. Vanuit intuïtie vertrok hij met 50 euro op zak naar New York, waar hij de liefde en een passie voor dans tegenkwam. En vanwege een droom wandelde hij ter ere van zijn gestorven hond Puck van Rotterdam naar zijn moeder in Marseille, een tocht die hem een populaire columnreeks en een boekcontract opleverde.  
 
De Jong lijkt steeds precies te ontmoeten wie hij nodig heeft om verder te raken – of het nu rapper Typhoon, de dochter van Anton de Kom of de Nederlandse voodoopriesteres Maria van Daalen is. Zo kreeg hij de vaste overtuiging dat je tegen het leven kunt praten, en dat het leven daarop reageert. ‘Als je gaat leunen op je lot, spring je niet in het diepe, maar wel in een zee die je brengt waar je moet zijn.’ Of hij nooit bang is dat het fout gaat? ‘In het Westen leren we niet dat het leven aan onze kant staat, maar toch gaat het bij mij altijd zo’, zegt hij, bijna verontschuldigend. 

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom

Stap 2: wees nieuwsgierig

Een nadrukkelijk teken uit het universum kwam op zijn achtentwintigste in de vorm van een Facebookbericht van zijn vader, die hij nooit eerder ontmoette: ‘Ik ben op zoek naar mijn zoon 😊😊😊’ De kennismaking bracht een overweldigende zoektocht naar zijn Caraïbische roots op gang. ‘Ik zocht in 2012 in boekwinkel de Donner in Rotterdam naar literatuur uit Suriname, genre James Baldwin of Maya Angelou. “Bestaat niet’, luidde het. Ze hadden alleen het boek Bouterse aan de macht, over wat Suriname van Nederland kon leren.’  
 
Na eigen speurwerk ontdekte hij Wij, slaven van Suriname van Anton de Kom en daarmee een gruwelijke geschiedenis waarvan hij vooraf evenveel wist als de gemiddelde Nederlander. Tegelijk raakte hij geïntrigeerd door zij die het overleefden en ontdekte hij meer en meer Surinaamse literaire schrijvers – die er natuurlijk wel waren geweest, maar in Nederland niet bekend waren. Hij wilde dit enthousiasme verspreiden via een boek. Maar hoe? Een wintipriesteres vertelde hem dat hij antwoorden daarvoor zou vinden in dromen en ontmoetingen. Zo ging het ook. Toen hij allemaal losse stukjes had, werd (weer een goed getimed toeval) een lockdown afgekondigd en werkte hij het boek af bij zijn vriend in Parijs. Terugblikkend lijkt het op een organisch schrijfproces, maar ‘het voelde als zeven jaar achter op een motor zitten en gillen’.

Stap 3: speel met de machine

Hoewel in Raoul de Jong duidelijk heel wat good karma huist, kent hij ook tegenkanting. Hij noemt de mediawereld meermaals ‘een machine’ en ontdekte door scha en schande hoe hij verplettering kan voorkomen. Nadat hij bijvoorbeeld op zijn zeventiende geen ‘nee’ durfde te zeggen toen zijn uitgever een boektitel met het n-woord voorstelde (hij schreef er dit stuk over), eiste hij voortaan het zeggenschap over de cover, titel en auteursfoto op in zijn contracten.  
 
Nog altijd krijgt hij vragen als ‘Zit er nog iets van een slaaf in jou?’ of redactionele opmerkingen wanneer hij Columbus de ‘crimineel der criminelen’ noemt. In twintig jaar bewoog hij van zelftwijfel naar ergernis over zulke steken. Past toen Jaguarman in Frankrijk uitkwam en historisch geanalyseerd werd, merkte hij hoe de Nederlandse pers zich had blindgestaard op de persoonlijke dimensie van het verhaal. ‘In Nederland zit ik vaak in ruimtes waar ik de enige vertegenwoordiger ben van het Surinaamse verhaal. Er zijn geweldige Nederlands-Surinaamse schrijvers als Ellen Ombre, maar in de mediawereld kent niemand ze omdat ze er niet over geleerd hebben en niet nieuwsgierig zijn.’

‘Ik wil geen slachtoffer zijn van het systeem, maar het naar mijn hand zetten.’

Raoul de Jong

Als je een publiek wilt bereiken zul je soms dingen moeten doen waar je geen zin in hebt. Het tegengif dat hij aanbeveelt is om het te zien als een spelletje; spelen met de machine. Gebruik de machine voor je eigen doelen, in plaats van dat je je door de machine laat gebruiken. Wanneer je een boek aan de man wil brengen, praat dan met de juiste mensen, ga naar boekpresentaties, laat je door L’Homo stylen voor een interview over gezichtsproducten. ‘Ik vind dat wel een grappig kat-en-muisspelletje … met de duivel. Het trieste is dat de meeste mensen meer onder de indruk zijn van een televisieoptreden, dan van een boek. De uitdaging is om je daar niet door te laten verleiden, om onderweg niet te vergeten waarvoor je het allemaal doet.’ Toch geniet De Jong ervan om een groot bereik te hebben, om iedere maand een columndeadline te trotseren voor de 100.000 lezers van NRC. ‘Ik wil geen slachtoffer zijn van het systeem, maar het naar mijn hand zetten.’

© Marianne Hommersom

© Marianne Hommersom

Stap 4: schrijf alsof (n)iemand kijkt

De spanning tussen schrijven en een publiek bereiken, maakt veel wakker bij de residenten. ‘Zou je schrijverschap dan tijdverspilling zijn als je niet gepubliceerd werd?’ wordt gevraagd. De Jong denkt even na: ‘Het is heerlijk om een visioen te hebben en een tekst daarnaar te boetseren. Als het er dan staat, is dat een moment van groot geluk. Maar dat geluk wordt niet compleet als het niet aankomt bij lezers, dan wordt het vuur niet doorgegeven.’ 
 
De Jong weet hoe ondertussen maar al te goed hoe hij dat vuur doorgeeft. Hij biedt een kijkje in zijn literaire gereedschapskist, vertelt over literaire voorbeelden, het belang van hardop voorlezen, over hoe je lezers kunt doen huilen (door ze eerst te laten lachen, zo open je de weg naar het hart!) ‘Ik wil mensen aanraken, zoals ik zelf word aangeraakt door boeken.’ Hij streeft hierbij altijd een zekere lichtheid na, ziet schrijven als een kans om iemands leven een beetje beter te maken. 
 
De Jong trekt een parallel met zijn dansen (geniet mee), maar loopt dan even vast. ‘Dansen is pas leuk als je de muziek voelt, dan moet je wel even het publiek vergeten. Is dit tegenstrijdig? Het zijn verschillende fases van hetzelfde proces, denk ik.’ 

Vervolgstappen

Zo, in vier stappen kun je nu je dromen laten uitkomen, als het loopt zoals bij Raoul de Jong. Maar het was dus niet per se leuk als dat gebeurt? Raoul?! ‘Nou, het afgelopen jaar ging niet per se om genieten. Ik hoop dat het achteraf komt, maar ik voelde vooral de verantwoordelijkheid om het goed te doen, als eerste zwarte boekenweekauteur. Ik wil eer doen aan zij die voor me kwamen en zij die volgen.’ Hij ziet wel dat er zaken veranderen. Zo zal er vanaf volgend jaar ook een Boekenweek voor jongeren in Suriname zijn, dankzij zijn betrokkenheid. ‘Ik moet huilen als ik daaraan denk: het heeft zin gehad, ik heb het goed gedaan.’ Maar zo’n succes is relatief. In Suriname verdwijnt het regenwoud en gaat het niet veel beter met de mensen. Een microfoon geven aan een bevolking brengt vreugde, maar het voelt ook als iets heel kleins. Er is altijd méér te doen.

‘Als je dromen zijn uitgekomen, waar droom je dan nu van?’ vraagt een resident zich af. ‘Ik wil een roman schrijven,’ zegt De Jong ‘maar soms denk ik ook: een groentetuin en een bed.’

Raoul de Jong (1984) is schrijver, programmamaker en danser (en ‘Best geklede man van 2015’, volgens Esquire). Hij debuteerde in 2005 met Het leven is verschrikkulluk!, intussen staan er acht titels op zijn naam, verhalen die vaak hun oorsprong vinden in zijn persoonlijke ervaringen, zoals een reis door West-Afrika of naar New York, een voettocht van Rotterdam naar Marseille of gesprekken met zijn grootvader. Columns en artikelen schreef hij voor nrc.next, Het Parool, NRC Handelsblad, Vrij Nederland, Elle en Spunk. Voor het boek Jaguarman, dat in 2020 verscheen, dook De Jong de geschiedenis van zijn vader en voorvaderen in. Het boek werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs, de European Union Prize for Literature, de Boekenbon Literatuurprijs, de Boon en de E. du Perronprijs.

De Jong maakte televisieprogramma’s voor VPRO: items voor Cafe de Liefde (2008) en hij schreef en regisseerde Iedereen Kan Dansen (2012). Met Sanneke van Hassel maakte hij de leesvoorstelling In Suriname en met Mathieu Wijdeven schreef hij de toneeltekst Het waarom beantwoord, die de Toneelschrijfprijs 2022 won. Datzelfde jaar ontving hij de Anna Blaman Prijs voor zijn hele oeuvre en in 2023 schreef hij het Boekenweekessay: Boto Banja. Stilzitten is er niet bij: onder meer een filmscript over het leven van Anton de Kom staat in de steigers.