Het vuur

Datum 2 november 2011

De revoluties die zich in de Arabische wereld voltrekken en de rol van de sociale media krijgen bijzondere aandacht in het project Gegoten Lood  #2 dat volgende week van start gaat. Voor de blogs op www.gegotenlood.eu schreef dramaturg Erwin Jans dit stuk.

Van 9 tot 28 november loopt in De Markten in Brussel het project Gegoten Lood, i.s.m. deBuren.  Dat project is een initiatief van Ingrid Rollema, Erwin Jans en Stef Van Bellingen en beweegt zich op het snijvlak van kunst, politiek, media en activisme. Naast de centrale tentoonstelling in De Markten zijn er tal van lezingen en debatten. De revoluties die zich in de Arabische wereld voltrekken en de rol van de sociale media krijgen bijzondere aandacht. Voor de blogs op www.gegotenlood.eu schreef Erwin Jans dit stuk.

Het vuur

De overwinning van de gematigde islamitische partij Ennahda in Tunesië en de onverwachte verwijzing van de leider van de Libische overgangsregering Musatafa Abdul-Jalili naar de sharia als bron voor de nieuwe grondwet, doet op z’n minst de wenkbrauwen fronsen. Het revolutionaire elan van de Arabische Lente had immers niets met het islamisme of zelfs maar met godsdienst te maken. Toch mag niet vergeten worden dat de islamitische partijen in Tunesië, Egypte en Libië door de nu verdreven of gedode dictators (en zeker niet tegen de wil van het Westen!) zwaar werden aangepakt: leden ervan werden vervolgd, gemarteld en vermoord. Decennialang vormden deze fundamentalistische partijen voor het onderdrukte volk – en vooral voor het armste en kwetsbaarste deel ervan  - een soort van sociaal en economisch vangnet. Als politieke oppositie waren ze verplicht ondergronds te functioneren. Maar ze wisten wel een stevig en goed vertakt netwerk uit te bouwen. Hun niet te ontkennen martelaarschap en hun organisatorische kwaliteiten hebben deze partijen in elk geval in Tunesië weten om te zetten in politieke winst. En vermoedelijk zal hetzelfde gebeuren in Egypte en in Libië. Hun overwinning heeft daarom niet alleen iets logisch, maar ook iets rechtvaardigs. En toch is hun overwinning ook een vorm van ‘verraad’ aan de revolutie omdat religie - laat staan de sharia  - geen ordewoord van de revolutie was. De jonge mensen die massaal op straat kwamen ging het in de eerste plaats om de democratie, om politieke participatie, om rechtvaardigheid, meningsvrijheid en gelijkheid. Een expliciete terugkeer naar de principes van de sharia brengt dit in gevaar. De revolutie heeft niet in naam van de religie plaatsgevonden, maar in naam van een democratische leefruimte waarin de religie weliswaar een plek heeft, maar geen omvattend kader is.  Religieuze  overtuigingen en argumenten hebben een plek in het politieke debat, maar mogen de uitgangspunten en grenzen van dat debat niet bepalen. Het is van het grootste belang dat de internationale gemeenschap zich solidair opstelt met de progressieve krachten, zonder evenwel het lot van een andere samenleving te willen bepalen. De vrije verkiezingen in Tunesië,  de grote rust waarin ze plaatsvonden  en de hoge opkomst zijn duidelijke tekenen van een politieke volwassenwording. Die moeten gerespecteerd worden. Maar de geschiedenis heeft ons geleerd dat in een postrevolutionair tijdperk vele krachten aan het werk zijn. Dat is ongetwijfeld ook zo in de Arabische wereld. Het komt er in de eerste plaats op aan om de initiële kracht van de revolutie levend te houden. En dat betekent vooral hen steunen die het vuur hebben aangestoken!

Vind het programma en alle blogs op www.gegotenlood.eu.