Ongeval door kijkfile

Datum 15 maart 2011

De Vlaamsgezinde politicus Jan Jambon wil de nieuwe Belgische formateurs tot haast aanmanen. ‘Eind april moet er een regering zijn!’, roept hij uit.

Een al te spontane oprisping, die hem dan ook in het aangezicht ontploft. Meteen merkt hij vergoelijkend op: ‘Ik stelde geen ultimatum, ik stelde alleen maar een deadline.’ Wat een onnozel sofisme! In 1378 moesten er twee pausen naast elkaar bestaan; in België vandaag blijft de boel bij elkaar, zuiver dankzij dit soort van totaal onzinnige redenaarsingrepen. Ook de recente rel rond mediaminister Ingrid Lieten liet ons daar een mooi staaltje van zien. En de media gingen erin mee...

De glimlach van Kris PeetersCélines Reis naar het einde van de nacht is inmiddels tachtig jaar oud, maar de boodschap ervan blijft intact. Ziehier een observatie van hoofdrolspeler Barmadu wanneer die zonet in de Verenigde Staten is gearriveerd. Eerst staat hij er versteld van hoe netjes, gezwind en onberispelijk de Amerikaanse zakenlui met hun koffertje in de hand de boulevards doorkruisen. Daarna komt hij in een ondergrondse latrine terecht, waar diezelfde kerels er gillend van genot op los schijten, elkaar onderling zelfs aanmoedigend: ‘Je stond wel perplex als vreemdeling, als je die tegenstelling zag. Dat gezellig onderonsje met open broeken, al dat geweldig intieme gedoe met die darmen, en dan op straat die totale geremdheid! Ik wist niet hoe ik ’t had.’Als minister-president van een instituut dat voltijds bezig is zijn imago op te blinken, geeft Kris Peeters van het Vlaams Parlement bij uitstek blijk van zo'n onberispelijke ingetogenheid, komende van een vereniging voor ondernemers: steevast in stropdas, smetteloos gladgeschoren, in damesbladen vereenzelvigd met George Clooney. Het ergste dat hem ooit overkwam, is dat hij wel eens van zijn paard afviel, hoe aristocratisch! En het paard zelf bleef ongedeerd! Toen onlangs zijn collega (niét zijn partijgenoot!) mediaminister Ingrid Lieten in het parlement voor de bijl ging als nooit eerder, kon er bij Peeters, die toevallig naast haar zetelde, een fijn, intelligent glimlachje af, bijna sluikreclame voor een nieuwe tandpasta. Uitgelegd voor Nederlanders: vanuit het kabinet van Minister Lieten was er, volslagen per ongeluk, naar al haar collega-parlementsleden een hoogst persoonlijke e-mail doorgestuurd waarin zowat alle Vlaamse politici én hun projecten, met de grond gelijk werden beledigd. De vergelijking is mijlen overdreven, maar de geestdrift, de ongeziene gretigheid waarmee haar opposanten haar te lijf gingen, deed denken aan de mémoires van verscheidene overlevers van het Stalinregime: wanneer, in het midden van de nacht, de Rode Brigade iemand uit zijn appartement was komen plukken, reageerden de omwonenden niet minder dan opgelucht. Ten eerste: omdat dit henzelf had kunnen overkomen. Ten tweede: omdat er een plekje was vrijgekomen.Met zijn sympathieke glimlachje zette Peeters zowel Lieten als zichzelf uit de wind. Jawel, scheen hij te willen bekennen, wel degelijk heeft hier iemand een vieze scheet gelaten, maar niet ik! De media toonden hun goodwill om dit beeld zo door te geven. Wat dat betreft, had de voorbije maand, Kolonel Kadhafi, we noemen maar iemand, meer te klagen. In Libië donderde het nog maar net, of diverse kranten en ook het VRT-televisiejournaal, wezen ons op de visuele overeenkomsten tussen links Hitler in zijn laatste dagen, rechts Kadhafi tijdens zijn meest recente speech. Geen authentieke foto's van Hitler zelf, maar wel van de acteur Bruno Ganz in de film Der Untergang. De Morgen kopte daarboven:’Kadhafi's laatste oorlog’, wat van visionaire kracht getuigt.Nog zo'n minder gunstig gemanipuleerd mediabeeld, tegengesteld aan Kris Peeters, met opnieuw een visionaire bijwerking, betreft op het VRT-journaal de betreurde commissaris-generaal Fernand Koekelberg. De nieuwslezer vertelt ons dat de commissaris voor 92.000 euro op reis is geweest. Tegelijkertijd wordt Koekelberg in beeld gebracht. Niét met een stapel dossiers op zijn bureau, niét op de begrafenis van zijn dochter, maar wel op een receptie, bezig met een glaasje champagne. Heel kijkend Vlaanderen weet dadelijk: die man is zijn job kwijt morgenvroeg.

Neen, Kris Peeters’ empathische, fijne glimlachje was goud waard. Het gedroomde midden tussen de verslagenheid van de pineut en het sarcasme van de opposant. Zo stelde hij de kijker meteen gerust. Lieten moest en zou, dat kon niet anders, een formule weten op te dissen om in deze politieke wereld, die opborrelende onderkant en dat glimmende bovenaangezicht toch weer aan elkaar te naaien. Eenvoudigweg stelde zij: ‘Ik heb die e-mail niet geschreven , maar ik neem er wel de volledig verantwoordelijkheid voor.’ Waarbij dat concept 'verantwoordelijkheid' ongemerkt tot een hoogst intangibele dimensie verheven wordt. Een beetje zoals waarom Gerard Reve op het einde van zijn romans graag het woordje ‘genade’ bezigde: omdat je daarmee, naar zijn zeggen, ‘altijd alle kanten uitkan.’