En als schilderkunst nu eens muziek was?

Datum 22 juli 2009

Aangezien het nog steeds zo is dat het bewijs van de pudding bestaat uit het eten ervan - klinkt toch niet helemaal zo mooi als de Engelse variant, does it not? - laat ons de oefening maken. Wat krijgen we als we plastische kunst denken zoals muziek?

Mijn vak zal er wel voor iets tussenzitten: ik ben een filosoof en men verwacht, heel terecht trouwens, dat ik met vragen kom waar geen zinnig mens bij blijft stilstaan. Volgt dan hieruit dat derhalve een filosoof een onzinnig mens is? Ik vrees van wel want logisch gesproken kan er een correcte redenering bedacht worden die tot die conclusie voert. Ongeveer als volgt: (eerste premisse) Zinnige mensen stellen geen vragen van type x,(tweede premisse) Filosofen stellen vragen van type x,(conclusie) Filosofen zijn geen zinnige mensen.Dit is echter helemaal niet beledigend, omdat ik hier zinnig gebruik in de betekenis van wat het gezond verstand dicteert. Voor een belangrijk deel betekent dit dat men de dingen neemt zoals ze zich aandienen. Stoelen zijn stoelen en veranderen niet in lampadaires, kinderen worden groot, auto's gaan kapot en doodgaan doen we allemaal. Dat type waarheden. Toegegeven dat de filosoof geen gemakkelijke kluif heeft aan deze voorbeelden, hoewel lege flessen vaak veranderen in kandelaars, een dwerg klein blijft ook al wordt die groot en, wat dat doodgaan betreft, blijft toch een groot deel van de wereldbevolking volhouden dat er één belangrijke uitzondering op die regel bestaat. Auto's daarentegen gaan wel degelijk kapot. Dat alles gezegd zijnde, wou ik het daarover helemaal niet hebben. Het is een andere onzinnige vraag die ik op deze plaats even graag wou aankaarten.

We zijn allemaal vertrouwd in meer of mindere mate met de negen kunsten, waaronder muziek, architectuur, toneel, plastische kunst, film en striptekenen. En we zijn er allemaal diep van overtuigd dat er fundamentele verschillen bestaan tussen deze kunsten. Muziek, toneel en film hebben een diepe relatie met tijd, met een verloop, met een begin en een einde. Een beeldhouwwerk staat er in principe voor de eeuwigheid en een architect hoopt dat zijn of haar gebouw een gelijkaardig lot beschoren moge zijn. Anders gezegd, we hebben niet echt een probleem om ze uit elkaar te houden. Toegegeven, er is bij elk koppel wel een grijze zone te vinden, maar zo'n gebied veronderstelt precies wit aan de ene en zwart aan de andere kant. Geen bergen zonder dalen, als het ware. Maar mij is het niet te doen om deze evidente karakteristieken om ze van elkaar te onderscheiden. Hier wil ik een ander kenmerk voorstellen dat, naar mijn aanvoelen, veel te weinig aandacht krijgt.

Neem muziek. Je hebt een maker, de componist die een compositie maakt. Tot zover geen probleem. De compositie wordt vervolgens aan uitvoerders gegeven die de compositie tot leven wekken. De uitvoerder voert de compositie uit. Mensen dienen speciaal opgeleid te worden in conservatoria om dit vermogen tot uitdrukking te brengen. Een begenadigd amateur kan, eventueel mits bijscholing in de muziekschool, in de beslotenheid van de huiskamer, zodat alleen de directe familie met inbegrip van huisdieren er het slachtoffer van is, ook de compositie tot anders-uitgedaagd leven wekken. Ikzelf durf al eens of Satie spelen of, iets moderner, Tom Johnson, zij het de laatste tijd veel te weinig wegens teveel andere rommel aan mijn hoofd. Maar het mooie is dat ik het kan. Natuurlijk, wil ik het op een volwaardige wijze horen dan koop ik een CD, laad ik mijn iPod vol of ga ik naar een concert om het live mee te maken.

Neem nu schilderkunst. Je hebt een schilder die schildert. De schilder hangt het voltooide werk in een museum of galerie en wij komen kijken, bewonderen of laken. Dat is het. Is dat geen ongelofelijk contrast met de muziek? En, dat is mijn vraag, is dat onderscheid wel noodzakelijk? Is het eigen aan deze kunst dat er geen sprake kan zijn van uitvoerder of begenadigde amateur? Aangezien het nog steeds zo is dat het bewijs van de pudding bestaat uit het eten ervan - klinkt toch niet helemaal zo mooi als de Engelse variant, does it not? - laat ons de oefening maken. Wat krijgen we als we plastische kunst denken zoals muziek?

Ten eerste, zal de schilder geen afgewerkt product meer afleveren, maar een compositie in muzikale betekenis, dat wil zeggen, een geheel van instructies. Want dat is uiteindelijk een partituur: een verzameling opdrachten. Produceer nu op dit moment, met deze intensiteit, gedurende deze vastgelegde tijd deze klanken. Op dezelfde wijze zou de schilder dus richtlijnen moeten geven: schilder de achtergrond wit, deel het doek met een zwarte streep op in twee delen, enzovoorts. Ik hoor de lezer protesteren: je kan toch onmogelijk de Nachtwacht van de heer van Rijn op zo'n manier beschrijven. Ik denk dat het wel kan, maar we hebben er gewoon geen enkele ervaring mee. Uiteindelijk staat de Negende van Beethoven toch integraal in instructies uitgedrukt op het papier.

Ten tweede, zullen we verplicht zijn om uitvoerders op te leiden. Is dat geen mooie gedachte? In kunstacademies worden mensen opgeleid die zelf geen kunst produceren, maar de instructies van de meesters uitvoeren. We krijgen dan onvermijdelijk niet één, maar tientallen Nachtwachten en een hele studie zal zich ontwikkelen rond de interpretatie van die verschillende versies. Er zullen ook begenadigde amateurs komen die met een zeker succes hun eigen Mondriaan(tje) kunnen maken of een zwart vierkant van Malevich. Meer nog dan met muziek, zijn wij allen met een dergelijke praktijk vertrouwd. Hebben we niet allemaal in onze prille jeugd kleurboekjes ‘ingevuld'? Akkoord, het idee was om ons letterlijk te leren wat het betekent om binnen de lijntjes te kleuren en ons sociaal handelbaar te maken, maar die tekeningen kwamen al aardig in de buurt van een instructie. En ook de amateur en de onkundige kunnen nog altijd naar een museum om de hoogstaande versies van de professionelen te bekijken.

Ten derde en ten slotte, het effect op de kunstmarkt zal dramatisch zijn. Het in aanleg romantische idee van uniciteit verdwijnt en daarmee de idiote noodzaak om daaraan een pecuniaire uitdrukking te geven. Dus, conclusie, kan de kunstmarkt, die vandaag de grenzen van de economische waanzin allang heeft overschreden, hervormd en tot rede gebracht worden? Antwoord: ja, het volstaat de muziek in de beelden te zien.