To vote or not to vote?

Datum 16 juni 2009

Stembusdag is voor mij altijd een hoogdag geweest. Ik vond het altijd iets magisch hebben: uiting geven aan de allerindividueelste expressie van een allerindividueelste overtuiging, maar jezelf niettemin deel voelen van een groter geheel dat er wel degelijk toe doet. Op de ochtend van de verkiezingen, of het nu voor het Vlaamse, federale of Europese parlement was, stond ik altijd goedgezind op en ging ik met een glimlach op het gezicht het stemhokje binnen.

Stembusdag is voor mij altijd een hoogdag geweest. Ik vond het altijd iets magisch hebben: uiting geven aan de allerindividueelste expressie van een allerindividueelste overtuiging, maar  jezelf niettemin deel voelen van een groter geheel dat er wel degelijk toe doet. Op de ochtend van de verkiezingen, of het nu voor het Vlaamse, federale of Europese parlement was, stond ik altijd goedgezind op en ging ik met een glimlach op het gezicht het stemhokje binnen. De politiek mee mogen bepalen, daarvoor hadden mensen een bittere strijd gevoerd, dus het was mijn verdomde plicht om op de dag van de verkiezingen blij te zijn.Hoe anders voel ik me vandaag, en hoe ontgoocheld ben ik dat ik voor het eerst in mijn leven het gevoel heb dat ik moet gaan stemmen. Meer nog: ik heb er zelfs aan gedacht om géén stem uit te brengen. Omdat ik straks naar het buitenland vertrek en op 7 juni dus niet naar het stemhokje kan gaan, stonden mij twee mogelijkheden voor ogen: óf ik ging niet stemmen en stuurde een bewijs van mijn buitenlandse verblijf naar de plaatselijke vrederechter, óf ik gaf iemand een volmacht.Ik geef het niet graag toe, maar ik heb even overwogen om het adres van de vrederechter op te zoeken. Zo lelijk is de politiek in dit land geworden dat ik het heel moeilijk vind om nog met overtuiging voor een bepaalde partij te kiezen. De partij waar ik meestal op gestemd heb, herken ik niet meer, en ik heb steeds meer het wrange gevoel dat wat ik begin deze week in de Volkskrant las ook voor mij geldt: "België kiest tussen erg, erger, ergst."Mijn hoofd doet dezer dagen iets vreemds als ik interviews lees met politici of hen hoor praten op televisie: wat ze zeggen, dringt niet tot me door. Dat heeft twee redenen: onze politici hebben verbazingwekkend weinig te vertellen, en ze zijn zo druk bezig met ruzie maken dat ik alleen maar hun luide geschreeuw hoor, en niet wát ze elkaar nu eigenlijk naar het hoofd slingeren. Ik heb niettemin onthouden dat Didier Reynders de Waalse socialisten verwijt dat er met hen niet samen te leven valt, en dat er ook binnen de partijen flink gebikkeld wordt: zo heeft ouwe rot Louis Tobback het naïeve veulen Freya Van den Bossche een flinke veeg uit de pan gegeven. Het kan nóg erger: in de streek waar ik woon worden de verkiezingsaffiches van Bert Anciaux overplakt met affiches van andere leden van de SP.A. Anciaux heeft zich een tijdje geleden bekeerd tot het socialisme, maar daar denken sommige partijleden blijkbaar het hunne van. Roepen, schreeuwen, complotten, schandalen: het is de politiek in dit land anno 2009. Komt daar nog bij dat de media een flinke schep bovenop het hele zielige schouwspel doen. Heeft u op onze openbare omroep al eens aandachtig naar 'Verkiezingen O9' gekeken? Vaak heb ik het gevoel midden een aflevering van het kookprogramma 'S.OS. Piet' te zijn beland: liever de snel verteerbare hap dan de rustige maaltijd. De politici spelen het spelletje mee, omdat ze net als zoveel van onze programmamakers lijden aan systematische onderschatting van het kiespubliek.De dames en heren van de Wetstraat houden zich bezig met ruziën, terwijl het land in crisis is en er dus werk aan de winkel is. Bedroevend, maar niettemin heb ik voor 7 juni een volmacht toegekend aan mijn beste vriendin. Waarom ik dan tóch ga stemmen? Het níet doen betekent dat ik in de hoop in de democratie opgeef, en dat laat ik niet gebeuren. Het is immers het allerlaatste wat onze moddergooiende politici vandaag verdienen.