Onbegrensde paradijzen

Datum 24 juni 2009

West-Vlamingen en Antwerpenaren, dat is water en vuur. Zo luidt althans een alom gekend Vlaams cliché. Antwerpenaren heten luidruchtig te zijn, arrogant, zelfbewust; ze staan graag in de kijker en vinden zichzelf beter dan anderen. Zó dicht bij de Nederlandse grens wonen – het kan niet anders of die sinjoren, zoals ze zichzelf noemen, zijn halve Ollanders. Mensen die hun stad 'A' noemen en ervan uitgaan dat de rest van de wereld meteen weet wat ze daarmee bedoelen – die moeten het nogal hoog in de bol hebben.

West-Vlamingen en Antwerpenaren, dat is water en vuur. Zo luidt althans een alom gekend Vlaams cliché. Antwerpenaren heten luidruchtig te zijn, arrogant, zelfbewust; ze staan graag in de kijker en vinden zichzelf beter dan anderen. Zó dicht bij de Nederlandse grens wonen - het kan niet anders of die sinjoren, zoals ze zichzelf noemen, zijn halve Ollanders. Mensen die hun stad 'A' noemen en ervan uitgaan dat de rest van de wereld meteen weet wat ze daarmee bedoelen ? die moeten het nogal hoog in de bol hebben.Van West-Vlamingen zegt men dat ze bescheiden zijn, eerder verlegen en nogal gesloten. Ze houden niet van veel gedoe en zijn noeste werkers. Zwijgt en doe voort, leert ieder West-Vlaams kind thuis en op school, terwijl zwijgen bij Antwerpenaren alleen in gevallen van opperste nood voortkomt.Ik schets gewoon even de gangbare clichés, om daar meteen aan toe te voegen dat ik er niet in geloof. Er zijn ook heel wat arrogante West-Vlamingen en ik ken een pak bescheiden Antwerpenaren. In clichés zit altijd een kern van waarheid, maar we moeten ze vooral ook durven te relativeren.Als de clichés zouden kloppen, dacht ik de afgelopen week bovendien, dan zou ik een hekel moeten hebben aan de muziek van Wannes van de Velde, en dat is helemaal niet het geval.Ik beken wel meteen: ik heb eigenlijk maar net zijn werk ontdekt. Misschien zaten mijn West-Vlaamse roots daar dan toch voor iets tussen: Wannes van de Velde heeft in West-Vlaanderen nooit dezelfde populariteit heeft genoten als in Antwerpen. Dat kan ook niet anders, want Van de Velde was een echte Antwerpse volkszanger die in het echt Aantwerps zong - net zoals Willem Vermandere in het plat West-Vlaams zingt, en ook voor hem geldt dat zijn bekendheid in eigen provincie het grootst is.Naar 'de muzikalen Don Quichot der Lage Landen' had ik nooit geluisterd, tot vorige week. Van de Velde overleed na een lange ziekte, en zoals dat zo vaak het geval is, zet de dood op zulke momenten het leven extra in de kijker.Op YouTube tikte ik 'Wannes van de Velde' in, maar de resultatenlijst was nogal mager. Twaalf filmpjes maar. Het eerste was een In Memoriam, op de klanken van 'Ik wil deze nacht in de straten verdwalen'. Wél aangenaam verrast was ik toen ik een zwart-witfilmpje uit1967 bekeek waarin de jonge Wannes van de Velde optreedt. Hij staat een beetje onwennig achter de micro, vouwt een A4'tje samen waarop zijn tekst moet hebben gestaan, kijkt even naar de grond en begint dan te zingen:Al van de droge haring willen wij zingenter ere van zijn koppeke zullen wij springen't is van zijne kopspringt er maar opEen lied ter ere van een droge haring: ik vond het meteen poëzie. Het maakte me nieuwsgierig naar de andere teksten van Van de Velde - in het journaal hadden ze hem immers 'de enige echte stadsdichter van Antwerpen' genoemd.Ik luisterde opnieuw naar 'Ik wil deze nacht in de straten verdwalen' ? nu voor het eerst echt aandachtig. De klank van de stad maakt mijn ziel amoureus: het is een regel die zo uit de pen van die andere Antwerpse stadsdichter, Paul van Ostaijen, had kunnen vloeien. En in de zinnen de klatergouden lampekes/van klatermondaine bars/verdoezelen de krampekes/van levekes in de war proefde ik de sfeer van Van Ostaijens Music-Hall. Het blijft Antwerps, maar bij Wannes van de Velde krijgt dat scherpe taaltje plots iets zachts.Wannes van de Velde zal altijd in de eerste plaats van Antwerpen blijven, maar nu hij er niet meer is, hoop dat ik veel West-Vlamingen net als ik even de moeite nemen om zijn muziek en vooral de poëzie van zijn teksten te ontdekken:Ne mens ga dood, zo goed als dat em wordt geborenDen boot ligt klaar en de machines zijn gesmeerdAls ge me vraagt: is er dan zoveel aan verloren?En is da leven al die nobele moeite waard?Dan zeg ek: ja, al kunde er anders over peinzen, 't is een mirakel waarin we hier zijn in beland,een monument vol onbegrensde paradijzen.