Kloof

Datum 16 juni 2009

Van economie heb ik nooit veel begrepen. Economisch nieuws, dat was meestal slaapverwekkend saai, ondoorgrondelijk en vooral erg ver van mijn bed. Aandelenfondsen, speculeren, inflatie, devaluatie: het was allemaal Chinees en ik had zin noch behoefte om me erin te verdiepen. 'De economie' beperkte zich voor mij altijd tot het geld dat ik verdiende, de belastingen die ik moest betalen en de centen die ik uitgaf.

Van economie heb ik nooit veel begrepen. Economisch nieuws, dat was meestal slaapverwekkend saai, ondoorgrondelijk en vooral erg ver van mijn bed. Aandelenfondsen, speculeren, inflatie, devaluatie: het was allemaal Chinees en ik had zin noch behoefte om me erin te verdiepen. 'De economie' beperkte zich voor mij altijd tot het geld dat ik verdiende, de belastingen die ik moest betalen en de centen die ik uitgaf.Plots is alles anders en heeft de economie zich in mijn hoofd genesteld. Terwijl het beursnieuws vroeger een kort rubriekje aan de staart van het journaal was, haalt vandaag de wankele gezondheid van onze economie voorpagina's en headlines. Het begon met de onheilstijdingen over onze dalende koopkracht. Terwijl het financiële weekblad Trends in maart nog voorspelde dat de koopkracht van de Belg in 2008 zou stijgen, heeft iedereen het vandaag over onze 'dalende koopkracht'. En terwijl de malaise op de beurzen voor mensen zonder aandelen niet echt een reden tot slapeloosheid was, komt de financiële crisis wel erg dichtbij wanneer blijkt dat Fortis, de grootste bank van ons land, in slechte papieren zit en er zelfs even sprake was van een faillissement. Mijn bank, failliet? Nooit gedacht dat zoiets ooit zou kunnen. Ik heb de afgelopen weken met groeiende verwondering en verbazing gekeken naar de uitdijende financiële crisis. En keer op keer gedacht: wat waren we zeker van onszelf. Met 'we' bedoel ik de verwende Vlaming, Nederlander, Europeaan, westerling, die geloofde dat het met onze economie heel erg goed ging en dat het ook niet mis kon gaan.Wat waren we zelfzeker, arrogant, en naïef. Geen vuiltje aan de lucht, zei bijvoorbeeld premier Balkenende in januari 2008 op een nieuwjaarsbijeenkomst van het CDA. Hij was niet bang dat de economische problemen in de Verenigde Staten zouden overwaaien naar Nederland. "We moeten ons geen recessie aanpraten, dat zou onverstandig zijn", aldus Balkenende.Zelfgenoegzaamheid is altijd gevaarlijk. De Amerikaanse problemen zijn wél de grote plas overgestoken, en critici denken zelfs dat de huidige crisis het einde van het kapitalisme voorspelt. De Nederlandse minister van Financiën Bos meent dat de Amerikaanse vorm van kapitalisme voorbij is: de kredietcrisis dwingt de Amerikanen afscheid te nemen van een systeem dat gebaseerd is op hebzucht.Hebzucht. Zou het dat zijn wat de vele jammerklachten over onze dalende koopkracht veroorzaakt? Ik denk van wel. Ontegensprekelijk vormt de dalende koopkracht een probleem voor mensen die voordien al met veel moeite de touwtjes aan elkaar konden knopen: alleenstaande moeders die straks hun stookoliefactuur amper zullen kunnen betalen of oudere mensen met een klein pensioentje die angstig het einde van de maand afwachten.Voor hen moet de sociale zekerheid een stevig vangnet voorzien. Maar voor heel veel inwoners van dit land is de dalende koopkracht niet écht een probleem. Akkoord: ons winkelkarretje is vandaag voor vijftig euro minder gevuld dan vroeger. Maar wordt er daarom massaal honger geleden? Staat er 's avonds minder eten op tafel? Drinken de Belgen geen bier meer? Uiteraard niet. De prijsstijgingen zijn onaangenaam, dat klopt. Maar ondraaglijk zijn ze voor de meesten onder ons niet. Toch vinden sommigen altijd een reden tot klagen. Zo hoorde ik onlangs twee dames in de trein jammeren over hoe duur het vlees wel was geworden en dat dat door de dalende koopkracht kwam, waarna ze vrolijk verder kwetterden over de citytrip naar Londen die ze straks met man en kinderen zouden ondernemen. Laten we bij alle jammerklachten over de dalende koopkracht ook eens stilstaan bij hoe verwend we nog steeds zijn. Een uitstap naar de supermarkt is dan misschien duurder geworden; luxeproducten zijn iets minder bereikbaar en sommige aankopen stellen we misschien even uit. Maar onze weelde is nog steeds ontzettend groot.Toen ik afgelopen donderdag op de Vlaamse televisie een chique uitgedoste vrouw hoorde klagen over haar verminderde koopkracht en daarna op het Nederlandse journaal een bericht zag over een 42-jarige Iraanse asielzoeker die van de Waalbrug in Nijmegen wilde springen omdat hij bang was om uitgezet te worden, bekroop me een gevoel van schaamte. Telkens ik welstellende mensen rondom mij het woord koopkracht hoor gebruiken, denk ik terug aan de hongerstakende asielzoekers in Elsene, die zaterdag na 87 dagen een punt achter hun actie zetten omdat ze geen uitweg meer zagen en botsten 'op een muur van onverzettelijkheid en onverschilligheid.' Het was de langste hongerstaking in de Belgische geschiedenis. Drie maanden hebben de actievoerders honger geleden voor een tijdelijke verblijfsvergunning en een toelating om te mogen werken. Dat zoveel welstellende mensen klagen over de dalende koopkracht terwijl er mensen zijn die niet eens weten wat koopkracht is omdat ze alles kwijt zijn; zelfs hun geloof in het leven en hun hoop in de toekomst: het doet me vrezen dat ook het Amerikaanse probleem van de diepe kloof tussen arm en rijk wel eens snel de plas zou kunnen oversteken.

Ann De Craemer is medewerker programmering van deBuren. Voor deze site schrijft zij wekelijks een column uit eigen naam.