De gelukzalige doolhof | Hazim Kamaledin

Datum 8 juni 2018

Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Fernand Léger. Schoonheid alom’ nodigden deBuren en BOZAR vijf auteurs uit om in gesprek te gaan met de werken van de kunstenaar. Hazim Kamaledin schreef het verhaal 'De gelukzalige doolhof' bij het werk 'Vrijetijdsbesteding – Hommage aan Louis David'.

Ik ben niet in staat om toe te treden tot de wereld van deze man. Mijn lichaam zit vastgebonden aan een betonblok terwijl de man in alle vrijheid rond me heen draait.

Ik lig uitgestrekt op het trottoir, in stukken gesneden en weer in elkaar gestoken zoals cilindrische en conische buizen: mijn lichaamsdelen zijn aaneengehecht met draad zoals wonden die eerder zijn opengescheurd. Help me om mijn lichaam aan elkaar te hechten met aarde in plaats van met weefsel, vlees of draad. Ben ik een collage misschien? Het is alsof ik mezelf niet ben. Ik en mijn dubbelganger, de twee gekloonde kinderen en de twee mannen. Wij zijn niet de enige gekloonde versies in die keten: Veertig duizend blokken aan mijn rechterkant. Dertig duizend blokken aan mijn linkerkant. Blokken waarvan de hoogte, de lengte, de breedte en de diepte vijf meter bedragen. Torenhoge, verharde en kronkelende kubussen en stenen verschijnen boven de grond zoals een doolhof. De verbindende aarde tussen de kubussen vormt diepe groeven. Aan elke uitgang vind je bewakers, nog meer gangen en checkpoints. Wekenlang lag ik naakt uitgestrekt. Ik ben de vrouw in de lege badkuip. Ik lig op het trottoir tegenover de kubusvormige stenen. Mensen lopen voorbij… Ze stoppen even en gaan dan verder. Uren achtereen, elke dag weer opnieuw. Geen troost. Ik kan alleen maar in mijn eigen gedachten duiken en tot de vaststelling komen dat ik in het hoofd ronddwaal van mijn dubbelganger. Er heerst een alledaags ondoorgrondelijk gevoel dat mijn benen en het wiel ertussen bekruipt. Er heerst een verlangen dat met mijn rechterhand naar beneden doet zakken en met de papyrus doet zwaaien. Geen troost. Ik kan alleen maar bedenken waarom de man de kubus omverwierp nadat hij me op het trottoir in de badkuip uitgestrekt neerlegde.

 

Is het mijn dubbelganger of ben ik degene die spreekt?

De man staat voor mij… Hij beweegt onafgebroken terwijl er achter hem kinderen en donkere silhouetten voorbijgaan. Hij plukt de ene, vermenigvuldigt de andere. Ik ben een fiets, geparkeerd op het trottoir in de straat en zodanig besmeurd met modder dat zelfs geen dief me zou stelen. De man wil me echter wel stelen.

Is het mijn dubbelganger of ben ik degene die spreekt?

De man kan de fiets en dus ook mij zien. De man kan de fiets en dus ook mij aan de ketting leggen. Ik vlucht weg in mijn verbeelding. Ik val uiteen in wielen. De man en ik ontmoeten elkaar tussen de betonnen stenen die ons omringen. Duiven slaan op de vlucht om zich te nestelen in het hart van de wolken. Dit is de alledaagse gelukzalige doolhof.

Vertaald uit het Arabisch door Hanah Jabloune. De gelukzalige doolhof werd geschreven bij Vrijetijdsbesteding – Hommage aan Louis David. De tekst is een monoloog tussen Légers schilderij en De dood van Marat van Louis David.

Beeld Fernand Léger, Vrijetijdsbesteding – Hommage aan Louis David, 1948–1949. Centre Pompidou, Paris – Musée national d’art moderne/Centre de création industrielle © Centre Pompidou, MNAM-CCI/Jean-François Tomasian/Dist. RMN-GP © SABAM Belgium 2018

 

Deze tekst is ook te lezen in Proza voor Fernand Léger, dat opgenomen is in de bezoekersgids van de tentoonstelling, die helaas op 3 juni is afgelopen.