Wij weten andere dingen

Datum 16 juni 2009

“Je zou beter eens een boek lezen in plaats van altijd voor die tv te hangen,” hoor ik mijn moeder vaak roepen naar mijn puberende broer. Er zijn ontelbare varianten op dit tafereel denkbaar. U herkent de situatie wellicht uit uw eigen omgeving.

?Je zou beter eens een boek lezen in plaats van altijd voor die tv te hangen,? hoor ik mijn moeder vaak roepen naar mijn puberende broer. Er zijn ontelbare varianten op dit tafereel denkbaar. U herkent de situatie misschien uit uw eigen omgeving. U kan zich misschien zelfs identificeren met een van de personages, of misschien wel met allebei. Voor mij geldt zeker het laatste. Ik ben laatstejaarsstudent aan de universiteit, en enerzijds voel ik veel empathie voor mijn televisiekijkende broer. Nog niet zolang geleden was ik immers zelf die geterroriseerde puberzoon. Anderzijds kan ik het niet tegenhouden om inwendig ?inderdaad!? te roepen bij de woorden van mijn moeder. Verwarrend? Ja, maar mijn positie laat me wel toe er een weloverwogen mening op na te houden bij de hele discussie over ?de jeugd van tegenwoordig?. Die herleefde weer helemaal na de beruchte column in De Standaard van Rik Torfs over het ?godgeleerde meisje?, waarin hij jammert dat het erg gesteld is met de algemene kennis van de student van vandaag.

In haar opiniestuk hierover op deze website (?Godgeklaagd?) noemt Ann De Craemer twee hoofdoorzaken voor Torfs? probleem: ten eerste het steeds meer praktisch gerichte onderwijs, en dat ten koste van opgeslagen basiskennis, en ten tweede de hapklare informatie op het internet, die algemene kennis als het ware overbodig maakt. Ik wil hier graag enkele dingen nuanceren.

Allereerst is het overdreven om te stellen dat het Vlaamse ASO-onderwijs zich helemaal heeft overgegeven aan de nieuwe tendens van praktijkgericht onderwijs. In ons onderwijssysteem wordt papegaaienwerk immers nog altijd hoog in het vaandel gedragen, ook aan de universiteiten. Toch is er natuurlijk al heel wat veranderd. En terecht! Zo worden sinds enkele jaren ?vakoverschrijdende werkseminaries? ingericht in de Vlaamse scholen. Daarin verdiepen leerlingen zich zelfstandig of in groepjes in een bepaald thema of onderwerp, dat ze dan zelf moeten voorstellen aan de klas. Daarnaast is ook in de gewone lessen de verhouding kennis ? praktijk omgeslagen naar een grotere nadruk op de praktijk. Het probleem is echter dat de toepassing daarvan helemaal niet goed verloopt. Leerlingen krijgen bijvoorbeeld gerust wel nog grammatica voorgeschoteld, maar moeten amper teksten schrijven. Logisch dat ze die grammatica dan ook nooit helemaal de baas kunnen. Als ze dan wel al eens creatief moeten schrijven, is het internet binnen handbereik en wordt er geplagieerd tot op het decadente af. Leraars zijn daar momenteel nog veel te weinig tegen gewapend. De jeugd zal niet gered worden door hen opnieuw alle informatie door de strot te rammen, maar wel door van praktijk en kennis communicerende vaten te maken. Op die manier krijgen jongeren een goede algemene vorming en leren ze met welke informatie om te gaan, en op welke manier.

Ten tweede is het verkeerd het internet alleen maar af te schilderen als boosdoener in de terugval van de algemene kennis. Het internet is eigenlijk de ultieme oplossing voor een probleem waarmee jongeren vandaag opgezadeld zijn. We zijn nu eenmaal kinderen van onze tijd: een 21ste-eeuws, geglobaliseerd informatietijdperk. De afgelopen decennia is de mens geconfronteerd met een algemene democratisering op zowat alle gebieden. Ook kennis en informatie kennen haast geen hiërarchie meer. De studenten van vandaag komen dus in contact met een onnoemelijke veelheid aan informatie. Hier rijst de vraag die sommigen niet willen horen: wat is algemene kennis dan eigenlijk in zo?n samenleving? Is het kunnen aframmelen van Horatius en Cicero meer waard dan het nieuwste album van Snoop Dogg helemaal mee te kunnen rappen? Jongeren weten nog altijd heel veel, en hun geheugen doet het wel degelijk nog steeds. Ze hebben nu echter veel meer keuzevrijheid over waar ze dat vermogen aan besteden. Meer dan ooit gebruiken ze het voor hun eigen interesses en (sub)cultuur. Op zich niet zo?n slechte tendens, als je het mij vraagt. In zo?n samenleving, waarin jongeren door de bomen het bos niet meer kunnen zien, is het internet dan logischerwijs het middel bij uitstek om eender welke informatie onmiddellijk te kunnen verwerven wanneer dat nodig is. Daarom zijn jongeren er ook zo bedreven in. Een handige oplossing voor een probleem waar ze zelf niet verantwoordelijk voor zijn.

Het gevaar van het internet schuilt voor mij niet zozeer daarin dat het een bedreiging vormt voor de algemene kennis van de studenten. Wel hierin: in de veelheid aan informatie en de keuzevrijheid van informatieverwerving bestaat het gevaar dat jongeren zich, al dan niet onbewust, zodanig distantiëren van bepaalde informatie, dat het onmogelijk wordt om een correct of waarheidsgetrouw maatschappij of ? wereldbeeld te construeren. Dan krijgen we uitspraken als: ?Die weten niet meer van de wereld!? of ?Zou je niet beter een boek lezen in plaats van altijd voor die tv te hangen??.

Pieter De Praetere is student aan de Universiteit Gent, waar hij een Master in Vergelijkende Moderne Letterkunde volgt.