Een open brief voor een open blik

Datum 20 juli 2016

Elk jaar trekt deBuren met een groep jonge schrijftalenten naar Parijs. Aangespoord door Maarten Goethals die zich hardop afvraagt hoe het staat met de diversiteit van deze groepen, reageren we in een open brief op zijn betoog en nodigen we hem graag uit het gesprek met ons verder te zetten.

Elk jaar trekt deBuren met een groep jonge schrijftalenten naar Parijs. Aangespoord door Maarten Goethals die zich hardop afvraagt hoe het staat met de diversiteit van deze groepen, reageren we in een open brief op zijn betoog en nodigen we hem graag uit het gesprek met ons verder te zetten.

 

Beste Maarten,

Zoals je weet, stimuleert het Vlaams-Nederlands Huis deBuren het debat in de Lage Landen. Om een goed debat te kunnen voeren, is het belangrijk om correct geïnformeerd te zijn, heldere stellingen te betrekken, om krachtige argumenten uit te wisselen en om een aangename, open sfeer te scheppen die het gesprek bevordert. Met deze brief hopen wij opnieuw bij te dragen aan een dergelijk debatklimaat, ditmaal als reactie op het eerder polemische stuk dat je op Indruk plaatste.Voordat we ingaan op de punten die je aanstipt, is het goed om eerst klaarte te scheppen over onze Parijse schrijfresidentie die jij onder de loep neemt. Als zelfkritisch huis hebben we sinds het begin in 2012 doorlopend ons project herbekeken en hebben we ons daarover verschillende vragen gesteld. Bereikt onze oproep de juiste mensen? Hoe stellen we de groep deelnemers samen? Hoe richten we het programma ter plaatse in? Hoe ondersteunen we de deelnemers tijdens, voor en na de residentie? Hoe willen we ons verhouden tot de media? Hoe ervaren de deelnemers het project? Dit jaar hebben we, nog grondiger dan voorheen, wijzigingen aangebracht in onze aanpak. Zo werken we vanaf de huidige editie niet meer structureel samen met (media)partners die kandidaten mogen afvaardigen. Ook bestaat de jury niet meer alleen uit medewerkers van deBuren maar kijken we buiten de grenzen van ons kantoor om onze blik scherp te houden. Daarnaast hebben we de redactionele begeleiding van de deelnemers verstevigd. Wat we echter niet gewijzigd hebben, is de doelstelling van de residentie. Het doel daarvan is niet om te leren schrijven, het doel is ook niet om te publiceren. Dat de jongeren een tekst "moeten" publiceren in "eender welk medium dat interesse toont" is een onjuiste stelling omdat het een omkering is van het traject dat wij voor ogen hebben: we gaan niet uit van de vraag van een bepaald medium, we vertrekken juist van de tekst die de deelnemer zelf wil schrijven.We laten veel ruimte voor het experiment. Prozaschrijvers die eens gedichten willen schrijven bijvoorbeeld of journalisten die, buiten hun hectische beroepspraktijk, willen werken aan een essay of een langere reportage. We plaatsen uiteindelijk alle teksten op onze eigen website en laten de deelnemers de kans om hun teksten aan geïnteresseerde media aan te bieden. Desgewenst spelen we daar een adviserende en soms bemiddelende rol in. We hebben de laatste jaren gemerkt dat heel wat teksten zo hun weg vinden naar kranten, tijdschriften en online platforms en dat is mooi – met name voor de auteurs die zo hun publiek vergroten – en tekenend voor de kwaliteit van de resultaten. Die publicaties vormen evenwel geen doel op zich.

  Het doel is niet om te leren schrijven, het doel is ook niet om te publiceren

Het doel van de residentie is het stimuleren van de ontwikkeling van jonge schrijftalenten. deBuren biedt in Parijs tijd en ruimte voor verdere ontplooiing van de artistieke praktijk en reflectie op het eigen werk. Dat doen we op verschillende manieren: door een veelzijdige groep samen te stellen, door de schrijvers in gesprek te laten gaan met elkaar en met andere interessante sprekers, door een uitdagende schrijfopdracht te bedenken, door professionele redactionele begeleiding aan te bieden, door samen te kijken naar publicatiemogelijkheden en door presentaties in te richten die de talenten de kans bieden om zich, soms voor het eerst op het podium, aan een breder publiek te presenteren. Dat we zo op een elegante manier bouwen aan een Vlaams-Nederlands cultureel netwerk behoort tot het dna van deBuren, waarover straks meer. Het resultaat van deze inspanningen is niet dat we de deelnemers "een goedkope vakantie" aanbieden. De deelnemers die net terug zijn uit Parijs en daar volop geschreven, getekend, gefilmd, geïnterviewd en gediscussieerd hebben – en die nu zwoegen op hun teksten, tekeningen, radiostukken en video’s – kunnen je dat bevestigen. Je "belangrijkste punt van kritiek" is de "constante" die je ontwaart in onze auteursselectie: "wit, overal en altijd maar wit". Het is jammer dat je jezelf bij het bespreken van zo’n belangwekkend onderwerp, lijkt te beperken tot huidskleur enerzijds (en daarbij ook nog eens fout telt) en achternamen anderzijds (en daarbij helemaal de plank misslaat). Diversiteit in onze samenleving is een complex gegeven dat niet gebaat is bij slecht telwerk en oppervlakkige waarneming. Onder de 86 deelnemers (medewerkers van deBuren dus niet telkens meegerekend) bevinden zich minstens 12 deelnemers van gemengde afkomst. ‘Minstens’ omdat we deze vraag niet aan de deelnemers stellen en dus niet altijd over alle informatie beschikken. Die diversiteit is diverser dan jij lijkt te vermoeden, met deelnemers die, meestal naast een Vlaamse of Nederlandse afkomst, ook familiebanden hebben in Polen, Duitsland, Israël, Spanje, de Verenigde Staten, Portugal, Frankrijk, Suriname, Marokko, Rusland, Oekraïne, Albanië, China, Rwanda en ongetwijfeld nog veel meer landen. Als je kijkt naar de lichting van 2016, hebben minstens 5 van de 18 deelnemers een gemengde achtergrond. Of zij die achtergrond ook willen inzetten in hun artistieke praktijk, is een geheel andere discussie.Is het dan helemaal uit de lucht gegrepen wat je zegt? Neen. deBuren heeft niet vanaf het begin van de schrijfresidentie en ook niet in elke editie de door ons gewenste diversiteit bereikt. Dat wil niet zeggen dat we die niet hebben nagestreefd. Ons streven houdt echter rekening met meer factoren dan jij lijkt te zien. Zo zoeken we naar een goede man-vrouwbalans, kijken we naar het Vlaams-Nederlands evenwicht, houden we rekening met een diversiteit aan genres (literatuur, journalistiek, theater, radio en de negende kunst) en nemen we schrijvers mee die helemaal aan het begin van hun loopbaan staan en nog geen enkele tekst hebben gepubliceerd naast schrijvers die al aan een oeuvre bouwen. Deze combinatie zorgt ervoor dat tijdens de residentieperiode veel deelnemers juist eens over de grenzen van hun eigen kringen heen kijken.

  We hebben nog nooit gevraagd om een foto bij de aanmelding mee te sturen en zullen dat nooit doen. We hebben nog nooit gevraagd om aan te geven in welk land je ouders of grootouders geboren zijn en zullen dat nooit doen.

Wat we niet doen, is deelnemers meevragen omdat ze een bepaalde huidskleur hebben of omdat ze een bepaalde sociaal-culturele achtergrond hebben. We hebben nog nooit gevraagd om een foto bij de aanmelding mee te sturen en zullen dat nooit doen. We hebben nog nooit gevraagd om aan te geven in welk land je ouders of grootouders geboren zijn en zullen dat nooit doen. We hebben nog nooit gevraagd naar informatie over iemands financiën en zullen dat nooit doen. We stellen wel één andere, veel interessantere vraag: wat is je verhaal? Welk verhaal wil jij ons nu vertellen, waarom ben jij degene die dat verhaal kan vertellen en waarin schuilt voor jou en voor dat verhaal de meerwaarde van de Parijsresidentie? Verhaal mag je hier breed opvatten: gedichten vertellen verhalen, foto’s ook. In een samenleving die verandert onder invloed van diverse migratiestromen veranderen ook die verhalen. We zijn ervan overtuigd dat de schrijvers die dit jaar hun verhaal met ons delen, je zullen overtuigen door hun artistieke kwaliteit én door het rijkgeschakeerde wereldbeeld dat ze via hun werk articuleren. Bij deBuren zijn we ons bewust van de eigen verantwoordelijkheid in de superdiverse samenleving waar we deel van uitmaken maar de kwestie is dat een probleem benoemen nog niet direct ook de oplossing met zich meebrengt. We doen altijd ons uiterste best om onze oproep zo breed mogelijk te verspreiden en inderdaad ook jongeren te bereiken die ons nog niet kennen maar we tornen niet aan een belangrijk gelijkheidsbeginsel: iedereen die meewil, zal zich zelf moeten aanmelden met een overtuigende motivatiebrief en een straf bewijs van schrijfvaardigheid. Hoe zie je dat anders voor je? Dat we de wijken intrekken op zoek naar jongeren die "blijk geven van interesse" maar die ons nog niet kennen, die duidelijk "een moeilijke realiteit belichamen" en dan kijken of ze die door jou genoemde "blanke canon" van a tot z hebben gelezen? En dat ze juist mee mogen naar Parijs als ze ons beduusd aanstaren bij vragen over Conscience en Multatuli? Uiteraard is dit een karikatuur maar als je echt zo begaan bent met je onderwerp en concrete ideeën hebt over de voortrekkersrol die je ons toedicht, wees dan ook zo genereus om met ons na te denken over instrumenten die ons in staat stellen een nog breder palet aan toekomstige schrijftalenten te bereiken. Want hoewel we het erg jammer vinden dat we dit jaar opnieuw meer dan 90% van de aanvragers hebben moeten afwijzen, blijven we onze oproep via allerlei kanalen verspreiden zodat we veelzijdige en veelbelovende groepen kunnen samenstellen. Als jij ons kunt spijzigen met verse ideeën om nog meer potentiële talenten te bereiken, dan lijkt het ons aangewezen dat we eens rond de tafel gaan zitten. Om dat gesprek te openen en onze positie verder te nuanceren, gaan we nog even in op twee andere punten die je aanstipt en die in elkaars verlengde liggen. Ten eerste de boutade dat deBuren alleen zou selecteren "in functie van het eigen netwerk en de eigen naam" en ten tweede het slinkse verwijt dat wij te zeer zouden "uitpakken" met succesvolle deelnemers uit vorige residenties. Over het laatste kunnen we kort zijn: uiteraard is het in ons belang om voormalige deelnemers te volgen en om zichtbaar te maken waar zij zich mee bezig houden. We hebben ons immers ingespannen voor hun artistieke ontplooiing en voelen ons betrokken bij hun verdere stappen. Daarnaast hebben wij ons ook te verantwoorden jegens de overheden die ons steunen en de burger die ons indirect financiert. Zou het niet heel gek zijn als wij zouden beweren dat we een jonge generatie kansen bieden en er vervolgens niemand van die club doorbreekt?

  ... uiteraard is het in ons belang om voormalige deelnemers te volgen en om zichtbaar te maken waar zij mee bezig zijn. We hebben ons immers ingespannen voor hun artistieke ontplooiing en voelen ons betrokken bij hun verdere stappen.

Je suggestie dat we deelnemers louter selecteren omdat ze ons verder kunnen helpen - waardoor we geen kansen zouden bieden aan deelnemers die niet "blank" zijn (jouw onderscheid) - is even pijnlijk als onjuist. Het selecteren van jongeren waar we later niets aan kunnen hebben, om in jouw retoriek mee te gaan, zou welbeschouwd een stommiteit zijn. We streven er immers naar om deze talenten nieuwe podia te bieden, zich te ontwikkelen, om inderdaad een plek te vinden in de door jou versmade "nieuwe literaire kaste". Het zou toch tegen ieders belang zijn om bewust deelnemers te selecteren van wie we denken dat zij zich na de Parijsresidentie niet artistiek zullen ontplooien, alleen maar omdat ze niet "blank" zijn? Kort en goed: we hopen expliciet dat wij nog iets aan deze jongeren zullen hebben, maar dit ‘wij’ slaat niet alleen op deBuren maar op de gehele Vlaams-Nederlandse cultuur die wij met het Parijsproject een dienst willen bewijzen. Beste Maarten, Tot slot nodigen we je graag uit voor Mais oui, Paris! op zaterdag 24 september 2016. Dan vindt de eerste presentatie van de huidige lichting Parijsgangers plaats. Je zult versteld staan van de diversiteit. We horen dan ook graag je ideeën over het verbeteren van onze residentiewerking. Kom je in de namiddag eens met ons van gedachten wisselen hierover? Alle goeds, Het team van deBuren