Vervlogen tijden | Museum Dr. Guislain en Huis van Alijn in Gent

Datum 20 mei 2015

De vijfde aflevering van Museumtoer voert ons naar Gent. Ontdek twee musea door de ogen van de Nederlandse schrijfster Niña Weijers. Haar neus voor poëtische beelden laat haar ook hier niet in de steek... WIN! Wil je zelf ook  verhalen opsnuiven in beide musea? deBuren geeft een duoticket weg! Stuur voor 26 mei 2015 een mail met onderwerp 'Weijers Gent' naar info@deburen.eu en vermeld duidelijk uw volledige naam en postadres. 

deBuren stuurde twee jonge schrijfsters naar interessante musea over de grens. Niña Weijers ging naar Vlaanderen, Heleen Debruyne spoorde naar Nederland. Reist u ze achterna? In de vijfde aflevering volgen we Niña Weijers in Gent. Zin gekregen om zelf te gaan?

WIN! Wilt u kans maken op een duoticket voor deze musea in Gent? Stuur dan voor 26 mei 2015 een mail met onderwerp 'Weijers Gent' naar info@deburen.eu en vermeld duidelijk uw volledige naam en postadres. U krijgt van ons bericht als u gewonnen heeft.

Vind hier het overzicht van alle steden en musea.

 

Museum Dr. Guislain

De mooiste film die ik afgelopen jaar zag was Mommy, van de piepjonge regisseur Xavier Dolan. De film is een portret van een moeder en haar tienerzoon die een nogal ongeleid projectiel is - to say the least. Aan het begin van de film haalt de moeder hem op uit een gesloten instelling, aan het eind zit hij in een psychiatrische inrichting, dwangbuis, doffe ogen. De film gaat over de onvoorwaardelijke liefde tussen de moeder en haar zoon, en over de onmogelijkheid daarvan. Hij gaat ook over de dunne grens tussen sociaal geaccepteerd gedrag en gedrag dat we afwijzen; tussen wat behandelbaar is en wat onbehandelbaar; tussen gezondheid en gekte.Na anderhalve eeuw psychiatrie zijn we er nog altijd niet uit waar die grens ligt. De DSM doet sinds de jaren vijftig verwoede pogingen nauwkeurige, internationaal geldende definities te geven van uiteenlopende stoornissen, maar ook dit standaardwerk wordt al decennialang bekritiseerd om zijn simplificaties van ziektebeelden, zijn sociaal-culturele normen (zo was homoseksualiteit lange tijd een DSM-diagnose) en zijn belangenverstrengeling met de farmaceutische industrie.

Museum Dr. Guislain - tuin

Wie geïnteresseerd is in de geschiedenis en complexiteit van deze tak van wetenschap, kan in het Museum Dr. Guislain zijn hart ophalen. Alleen al het indrukwekkende gebouwencomplex maakt dat je je bij betreden onmiddellijk in de negentiende eeuw waant. Bij de poort geen aan het kruis genagelde, maar een vriendelijk groetende Christus van steen. Achter hem verrijst de toren van een kapel, omringd door een uitgestrekte binnentuin. De lucht is donkergrijs en zwanger van sneeuw, ik loop door de stille zuilengalerij en beeld me in een negentiende-eeuwse Zuster van de Liefde te zijn, vroom en begaan met het leed van de mensheid.

Museum Dr. Guislain - permanente collectie

In 1857 werd het complex voltooid als een ‘hospice d'hommes aliénés'. Het was de eerste moderne psychiatrische instelling in België, en een grote stap voorwaarts in de humanitaire behandeling van geesteszieken. Genie achter de instelling was dokter Jozef Guislain, die pionierswerk verrichtte op het gebied van psychiatrie: als arts, als hoogleraar aan de universiteit van Gent én als activist voor een menselijker behandeling van geesteszieken. Hij was de geestelijk vader van de eerste krankzinnigenwet uit 1850, en de man die de zogenaamde ‘morele' behandeling in België introduceerde: een behandeling die ervan uitging dat stoornissen in de eerste plaats mentaal en niet lichamelijk van aard waren. Volgens Guislain waren ‘heftige' passies als wanhoop, angst en liefde bij geesteszieken zo belastend dat hun zenuwstel er overgevoelig van werd. Gekte was volgens hem in de eerste plaats een gemoedsstoornis, en hij was ervan overtuigd dat er zoiets bestond als genezing - en die begon bij de architectuur van het gebouw zelf: rustig, harmonieus, en in niets gelijkend op een gevangenis.

Het ene gedeelte van het museum is documentair van aard: beginnend bij heksenvervolging en exorcisme wordt de evolutie naar de moderne psychiatrie in kaart gebracht. Die route is grillig en, bij vlagen, schokkend. Aan de overkant van de tuin bevinden zich de zalen met de zogenaamde ‘outsider art', van (vaak geesteszieke, geïsoleerde) kunstenaars in de marge van het discours. Sla die zalen vooral niet over, ze herbergen de wonderlijke utopieën en gedroomde steden van kunstenaars als Willem van Genk en Bertus Jonkers.Aangrenzend, in een nieuw gebouw, is nog altijd een psychiatrisch centrum in werking. Een deel van de patiënten helpt mee in het museum: als suppoost, bijvoorbeeld, of als administratief medewerker. Het maakt van het museum een levendig instituut, dat niet alleen documenteert maar tegelijkertijd ís wat het representeert. Dat het trappenhuis niet al te schoon is, de zalen geen witte kubussen zijn, en groepen scholieren luidruchtig door het gebouw stampen, draagt alleen maar bij aan de charme.

 

Huis van Alijn

Een mooie aanvulling op het Museum Dr. Guislain vormt het Huis van Alijn, in hartje Gent. Het museum is gevestigd in het oude Kinderen van Alijnshospitaal, een godshuis waar vanaf de veertiende eeuw arme en behoeftige oude vrouwen onderdak vonden.

Huis van Alijn - binnentuin

Het Huis van Alijn is nu een museum voor volkscultuur en wil het dagelijks leven van de twintigste eeuw in beeld brengen. Het oude pand bestaat uit een wirwar van kleine ruimtes die allemaal een ander aspect van de Vlaamse cultuur in beeld brengen. Mijn rondgang begint, heel sfeervol, in een rouwkamertje uit het begin van de twintigste eeuw. Een pop met een zwarte sluier staat naast een kleine houten doodskist. ‘Zou het de kist zijn van een kind?', staat te lezen op de begeleidende tekst. Even verderop hangen ingedroogde kruiden ingelijst aan de muur. ELZENTROS TEGEN TYFUSWEEGBREE TEGEN BLOEDLOOP, KANKER EN ZILTSALIE TEGEN MONDZWAM

Niet minder naargeestig is een volgende kamer vol witte doopjurkjes, verweesd hangend tegen de muren, als engeltjes in het limbo.Het tegenoverliggende gebouw is minder beklemmend. Een complete apotheek uit de vroege twintigste eeuw is nagebouwd, er is een kapperszaak, een snoepwinkel, een kruidenier waar het naar kruidnagel ruikt. Verder aandacht voor het opkomende toerisme, de evolutie van de vrije tijd - kermissen en fanfares -, het sport- en verenigingsleven. Aan bezoekers is gevraagd filmpjes uit de jaren vijftig in te sturen, en zo zijn er talloze kleine schermpjes te zien met moeders die hun kind leren lopen, kleuters die verjaardagskaarsjes uitblazen, zenuwachtige bruiden en bruidegommen, carnavalsvierders. Daarop volgend een paar kleurige jarenzestig- en -zeventigkamers, en helemaal aan het eind van de rit vind ik een heus jarentachtigkamertje, met een Nintendo Gameboy en een setje My Little Pony's achter de vitrine.

Huis van Alijn - jaren '70

Het is een vreemde gewaarwording, al die gebruiksvoorwerpen in vitrines, de nagebootste winkeltjes en woonkamers, de sfeergeluiden in de achtergrond. De geschiedenis wordt er tegelijk levendiger en doodser van, invoelbaar en onbereikbaar ver weg. Niettemin is het Huis van Alijn, met 22.000 objecten en 120.000 beelden, een schatkamer voor historici en een ode aan de materialiteit van de geschiedenis. Over honderd jaar kijken bezoekers naar een vitrine met een iPad, en het antieke voorwerp zal hen vertederen en doen inzien dat het vroeger pas echt behelpen was.

 

 

Niña Weijers (1987) studeerde literatuurwetenschappen in Amsterdam en Dublin. Ze won de schrijfwedstrijd Write Now! in 2010 en werkte enkele jaren als programmamaker bij SPUI25 in Amsterdam. Ze schrijft voor De Groene Amsterdammer, is redacteur bij De Gids en maakt samen met Simone van Saarloos de talkshow Weijers & Van Saarloos. Haar debuutroman De consequenties (2014, Atlas Contact) werd genomineerd voor de Bronzen Uil, won de Anton Wachterprijs 2014 en staat op de shortlist van de Libris Literatuurprijs en de Gouden Boekenuil.

Niña Weijers © Merlijn Doomernik