Bloeden uit duizend kleine sneetjes

Datum 29 juli 2014

Asha ten Broeke is in Nederland al lang geen onbekende meer. Als wetenschapsjournaliste schrijft ze onder andere voor Trouw en De Volkskrant, en is ze af en toe te gast in programma's als Pauw & Witteman. Ten Broeke kwam bij deBuren vertellen over gender. Haar lezing had de titel Bloeden uit duizend kleine sneetjes. Hoe lullig microseksisme meisjes geestelijk kortwiekt.

Geboortekaartjes komen in roze en blauw. Op die voor meisjes staat: ‘Hoera, een prinsesje!' Op die voor jongens: ‘Een voetbalster is geboren'. In een speelgoedfolder spelen de jongens met microscopen en pilotenpakken, terwijl de meisjes worden afgebeeld met roze speelgoedstofzuigertjes. Erbij staat de tekst: ‘Zo goed zijn als mama, dat wil je ook!' Op een jongensshirt in de webwinkel van Disney staat ‘Be a hero'. Op het meisjesshirt ‘I need a hero'.

Het lijken maar een paar lullige voorbeelden van wat ik microseksisme noem: kleine speldenprikjes die mannen en vrouwen, en jongens en meisjes, herinneren aan wat hun ‘natuurlijke' rol is in dit leven. Op mijn blog seksisme.tumblr.com verzamelde ik er vele honderden. Vitaminereclames, flessenopeners, barbecuesausjes, wetenschapsbladen, schoolagenda's: overal worden de stereotiepe verschillen tussen de seksen benadrukt. Dag in, dag uit.

Deze stereotypen zijn bovendien altijd hetzelfde. Jongens zijn stoer, meisjes zijn mooi en sexy. Jongens zijn competitief en agressief, meisjes lief en gericht op relaties. Jongens zijn helden, ninja's en piraten, meisjes zijn prinsessen, vriendinnen of moedertjes. Jongens zijn technisch, meisjes emotioneel. Jongens zijn actief, meisjes passief. En vanaf de puberteit komt daar een seksueel stereotype bij: jongens zijn altijd belust op seks, gedreven door lust, terwijl meisjes juist vrij preuts horen te zijn, vooral geen slet. Aan jongens is het domein ‘neuken', aan meisjes het domein ‘verkering' en ‘dromen van de ware'.

De vraag is natuurlijk: is dat juist? Hebben beide seksen van nature misschien andere behoeften en eigenschappen? Want als die stereotypen voortkomen uit biologische of neurologische verschillen tussen mannen en vrouwen, dan is dat microseksisme misschien toch niet zo erg?

Sommige wetenschappers zouden zeggen: ja, die natuurlijke verschillen zijn er. Vaak wijzen ze naar experimenten waaruit dat zou blijken. Zoals die met groene meerkatten: kleine aapjes waarvan de jongetjes meer gericht zijn op autootjes en meisjes meer op poppen. Volgens hen is dit tijdens de evolutie van de apen zo ontstaan, omdat de vrouwtjes moesten zorgen voor de kleintjes en de mannetjes hen moesten beschermen. En ja, dan heeft de webwinkel van Disney gewoon helemaal gelijk met hun hero-shirts.

Laten we dat onderzoek met de aapjes eens van dichtbij bekijken. Er kwam veel kritiek op, dat in het boek Brain Storm van Rebecca Jordan-Young zeer scherp staat samengevat. Ik noem hier de hoogtepunten van die kritiek even:- Als je de data van dit experiment goed bekijkt, blijkt dat de jongensaapjes helemaal geen voorkeur voor autootjes hadden: ze speelden een derde van hun tijd met jongensspeelgoed, een derde met meisjesspeelgoed en een derde met de sekseneutrale spullen die de onderzoekers hadden toegevoegd.- Onder die sekseneutrale spullen was een hondenknuffel. Over alle speelgoedjes bekeken was deze veruit het populairst, onder meisjes- én jongensaapjes. Waarbij ik wil aantekenen dat zo'n lekkere harige knuffel vanuit de optiek van een aapje natuurlijk veel meer op een baby lijkt dan zo'n gekke kale mensenpop. - De meisjesmeerkatten hadden daarnaast wel een lichte voorkeur voor meidenspeelgoed, waaronder een pop, maar ook een pannetje. Wat daar vanuit een meerkat bekeken meisjesachtig aan was, is een raadsel: apenmoeders koken immers niet.- Tot slot: wanneer je de gebruikte speelgoedjes niet volgens menselijke maatstaven indeelt in mannelijk en vrouwelijk, maar indeelt in actief/technisch (auto, pan, bal, boek) en passief/verzorgend (knuffelhond, pop), was er geen enkel sekseverschil meer te bekennen in aapland.

Hoe zit het dan wel met die jongens en meisjes en hun speelgedrag? Een Zweeds experiment werpt daar interessant licht op. Tijdens dit onderzoek mochten meiden van twee tot tien jaar met allerlei speelgoed spelen, van een speelgoedbus tot een theeservies en van poppen tot X-men. Onderzoekers hielden nauwgezet bij hoeveel tijd er met elk type speelgoedje werd doorgebracht. De absolute winnaar: niet de barbies, niet de poppen, maar de blokken. Op plek twee: de mini-autogarage.

En zo zijn er vele studies die laten zien dat mannen en vrouwen psychobiologisch helemaal niet zo veel van elkaar verschillen. Stereotypen en microseksisme dat we in speelgoedfolders, vitaminereclames, flessenopeners, barbecuesausjes et cetera tegenkomen hebben dus geen basis in de hersenen of genen.

De volgende vraag is natuurlijk: is dat erg? Heeft dat microseksisme negatieve gevolgen? Het antwoord is: ja. Zo worden de keuzemogelijkheden van kinderen erdoor beperkt. Onderzoek van psychologiehoogleraar Rebecca Bigler laat bijvoorbeeld zien dat puur en alleen het nadrukkelijk hanteren van de categorieën ‘meisjes' en ‘jongens' –dus zelfs nog zonder de specifieke bijbehorende stereotypen te benadrukken – maakt dat kinderen sterker in sekseclichés gaan geloven. Ze zeggen bijvoorbeeld vaker dat alleen vrouwen voor kinderen kunnen zorgen of dat alleen mannen arts of president kunnen worden.

Maar de meeste schade wordt toegebracht wanneer drie van die stereotypen, die steeds hetzelfde zijn, samenkomen. Namelijk: het idee dat jongens seksbelust zijn en meisjes preuts, gecombineerd met het idee dat jongens stoer zijn en meisjes mooi en sexy, en het idee dat jongens actief zijn en meisjes passief. Samen zorgen deze stereotypen voor een uitermate kwalijke dynamiek in onze samenleving: die van 'huis-tuin-en-keuken' seksuele intimidatie en geweld.

Laat ik even een korte schets geven van die dynamiek. Vrouwen en meisjes worden, als de mooie maar preutse en passieve partij, gezien als de hoedsters van de kuisheid. Omdat mannen in het seksuele spel de jager zijn en zij de prooi, is aan hen de taak om de lust van de man te beteugelen. Het is bijvoorbeeld hun verantwoordelijkheid om duidelijk ‘nee' te zeggen tegen ongewenste avances - het is niet de verantwoordelijkheid van een jongen of man om eerst toestemming te vragen voor zijn ‘jacht'. De regel is immers ‘nee is nee', niet ‘ja is ja'.

Tegelijkertijd is de seksualiteit van de vrouw vaak iets dat een man kan nemen. Dit is meer onderdeel van de populaire cultuur van Disney-shirts en speelgoedfolders dan je zou denken. Zo verkochten de onder tieners zeer populaire kledingwinkels van Coolcat een sleutelhanger in de vorm van een vrouw met open mond, met de tekst: ‘Open up, bitch!' Op de achterkant: ‘Feel free to abuse me'.

Dit alles houdt een cultuur in stand waarin seksueel geweld gewoon tot het dagelijks leven behoort. Laura Bates van het Everyday Sexism-project vertelt in haar boek hoe ze dit tot voor kort volkomen normaal had gevonden: ‘De nacht dat een groep tienerjongens op straat terloops op me af kwam lopen totdat één van hen me hard tussen mijn benen greep. De jongen die in de bus naast me zat en zijn hand over mijn been op en neer liet gaan – en de andere die tegenover me zat en onder zijn jas begon te masturberen terwijl hij me vol zelfvertrouwen aankeek.' In een terugblik op het begin van haar project vertelt ze: ‘Elke vrouw die ik sprak had een verhaal. En het waren geen willekeurige eenmalige voorvallen, het was een stroom aan kleine speldenprikjes, zo pietluttig en genormaliseerd dat het triviaal voelde om tegen elk voorval te protesteren. Maar wanneer je ze bij elkaar zette, was het patroon glashelder.'

Pietluttig. Normaal. Te triviaal om tegen te protesteren. Dat is hoe het gaat met microseksisme. Het lijkt niet zo schadelijk, geen big deal, en dus accepteren we dat mannen en vrouwen, jongens en meisjes, elke dag weer opnieuw door Disney en Coolcat en al die anderen op talloze kleine manieren worden herinnerd aan hun ‘natuurlijke rol' in de samenleving, aan hoe de zaken tussen de seksen geregeld horen te zijn. Het is bloeden uit duizend kleine sneetjes. En het is niet oké.

 

Asha ten Broeke is wetenschapsjournalist en schrijver van onder meer het boek Het idee m/v, over de wetenschap achter verschillen en – vooral – gelijkenissen tussen man en vrouw.