Godverdommemiljaardenondeju!

Datum 16 juni 2009

Vloeken is niet meer wat het geweest is. Uit een onderzoek van de Universiteit Leiden blijkt dat Vlamingen en Nederlanders steeds minder naar God of Jezus verwijzen wanneer ze scheldwoorden gebruiken.

Vloeken is niet meer wat het geweest is. Uit een onderzoek van de Universiteit Leiden blijkt dat Vlamingen en Nederlanders steeds minder naar God of Jezus verwijzen wanneer ze scheldwoorden gebruiken. Dat heeft daarmee te maken dat godsdienst en de kerk een steeds minder belangrijke rol spelen in ons leven, aldus Piet van Sterkenburg, onderzoeksleider en emeritus hoogleraar lexicografie in Leiden. In vergelijking met tien jaar geleden wordt alleen 'godverdomme' in onze contreien nog courant gebruikt.

Uit een bevraging van duizend Vlamingen en Nederlanders blijkt dat we veel meer in het Engels vloeken. Vooral zestigers en zeventigers zijn meer Engelse termen gaan gebruiken. Jongeren hadden de Engelse vloeken eerder al in de mond genomen. Populaire krachttermen zijn 'shit', 'damn' en 'fuck.

Een andere opvallende vaststelling is dat Vlamingen anders vloeken dan Nederlanders. Vlamingen vloeken meer met genitaliën en fecaliën, terwijl Nederlanders meer naar ziektes verwijzen. Een Vlaming heeft het over 'kust mijn kloten' of 'krijg het schijt', terwijl een Nederland iemand 'krijg de tering' of 'krijg de tyfus' naar het hoofd slingert. Zowel in Vlaanderen als Nederland zijn stapelvloeken populair: pestpokketeringkankertyfus in het Noorden; godverdommemiljaardenondeju in het Zuiden.